Snickers Workwear 2021 be nl 1
EN ISO 11612 Bescherming tegen hitte en vlammen.
EN ISO 11612 specificeert de prestaties voor kleding ontworpen om te beschermen tegen hitte en / of vlammen (met uitzondering van de bescherming voor brandweerlieden en lassers). De norm geeft bescherming tegen ontbranding door verschillende warmtebronnen aan: (A) beperkte vlamverspreiding, A1-oppervlakteontsteking en A2-randontsteking, volgens testmethode ISO 15025; (B) convectieve warmte en open vlammen, volgens testmethode ISO9151; (C) stralingswarmte, volgens testmethode ISO6942; (D) gesmolten aluminiumspatten, volgens testmethode ISO9185; (E) spatten van gesmolten ijzer, volgens testmethode ISO9185; en (F) contactwarmte (vlakijzer, hete plaat enz.), volgens testmethode ISO12127-1. Kleding die is gecertificeerd volgens EN ISO 11612 moet worden gebruikt in combinatie met andere beschermende kleding die voldoet aan de eisen van EN ISO 11612. Bovendien vereist de norm volledige bescherming van armen en benen, wat betekent dat t-shirts en shorts niet voldoen aan de EN ISO 11612-vereisten. De gebruiker kan kleding die is gecertificeerd volgens EN ISO 14116 (die niet aan dezelfde ontwerpvereisten voldoet) er echter onder dragen voor verbeterde bescherming. Om volledige bescherming te bieden, moeten hoofd, nek, handen en voeten bedekt zijn met andere goedgekeurde beschermende kleding. Houd er rekening mee dat kledingstukken die als ondergoed zijn geclassificeerd altijd samen met bovenkleding worden gedragen die voldoet aan de beschermingsvereisten van EN ISO 11612. Het ondergoed alleen biedt niet het juiste beschermingsniveau. EN ISO 14116 Bescherming tegen vlammen. EN ISO 14116 specificeert de prestaties van beschermende kleding voor werknemers die worden blootgesteld aan incidenteel kort contact met open vuur zonder andere thermische risico’s. Deze norm is een “lichtere” versie van EN ISO 11612 en is relevant voor kleding zonder lange mouwen en benen en accessoires zoals mutsen, mutsen, bivakmutsen, sokken, onderbroeken enz. EN ISO 14116 is beschikbaar in drie verschillende indexen - 1, 2 en 3, waar Index 3 de hoogste beschermingsvereisten bepaalt. Materialen geclassificeerd als Index 1 mogen niet naast de huid worden gedragen en kledingstukken die Index 1-materiaal bevatten, mogen alleen op kledingstukken van Index 2 of 3 worden gedragen. IEC 61482-2 Kleding voor bescherming tegen de thermische gevaren van een elektrische vlamboog. Ondanks alle maatregelen gebeuren er elk jaar een groot aantal vlamboogongevallen. IEC 61482-2 specificeert eisen voor kleding die bescherming biedt tegen de thermische gevaren van een elektrische boog. Deze kleding behoort tot de Risico lll categorie, die kledingstukken definieert die worden gebruikt in omgevingen met een hoog risico, en die gecertificeerd zijn om de tweedegraadsbrandwonden te elimineren in het geval van een elektrische vlamoverslag (flashover). Om het beschermingsniveau van het product te meten, wordt het kledingstuk onderworpen aan twee verschillende testmethoden: een open vlamboog test en een boxtest. De testmethoden gebruiken verschillende testopstellingen, vlamboogconfiguraties, testparameters, testprocedures en resultaatgegevens. De resultaten van de verschillende testmethoden kunnen niet fysiek worden vergeleken en zijn ook niet mathematisch converteerbaar naar de andere vorm van testen. De vlamboogbestendigheid moet getest en beoordeeld worden met de ene of met de andere methode. In een boxtest wordt het object onderworpen aan een geleide boogflits van ofwel 4 kA (APC 1- vlamboogbeschermklasse 1) of 7 kA (APC 2). ATPV of EBT50 Met de open arc-methode wordt het testresultaat uitgedrukt in calorieën – cal/cm2. De caloriewaarde geeft u een indicatie van hoeveel blootstelling aan warmte/energie u kuntweerstaan voordat u een 50% kans heeft op het krijgen van een tweedegraads brandwond. Naast het resultaat in calorieën, wordt ook een ATPV (Arc Thermal Performance Value) of EBT50-waarde (Energy Break-open Threshold, wanneer er gaten beginnen te verschijnen in de stof) opgegeven. De ene waarde is niet beter dan de andere. In principe zijn kledingstukken/stoffen die een EBT50 -waarde krijgen meestal meer isolerend dan dat ze sterk zijn, en ATPV kledingstukken/stoffen zijn meestal sterker dan dat ze isoleren. ELIM – elimineer het risico op een tweedegraads brandwond Waar de ATPV-waarde of de EBT50 -waarde een indicatie geven van het energieniveau waarop u 50% kans heeft op het krijgen van een tweedegraads brandwond, definieert de incidentenergielimiet (ELIM) het energieniveau waarop u het risico op een tweedegraads brandwond voorkomt. Houd echter wel in gedachten dat er nog steeds een risico bestaat op het krijgen van een eerstegraads brandwond. De ELIM-waarde wordt berekend uit het gemiddelde van de drie hoogste incidentenergiepunten zonder openbarsten, openkrimpen en die de Stoll-kromme niet overschrijden. De drie incidentenergiepunten worden net onder de gemengde zone in het testrapport genomen. De Stoll-kromme bepaalt het getal van de overdracht van warmte-energie (calorieën) op basis van de tijdsduur van de overdracht en het niveau van de geproduceerde warmte-energie. LET OP! Alle gedragen kleding moet beschermen tegen elektrische vlamboog! Dit geldt voor ondergoed, sokken, handschoenen, onderbroeken en T-shirts of shirts gedragen onder de buitenste laag. En denk eraan dat hoe meer lagen elektrische boog-beschermende kleding u draagt, hoe hoger uw bescherming. PBM 185